Definitie :
Uitputtingssyndroom (emotionele, cognitieve, gedragsmatige, lichamelijke en professionele uitputting) dat gelijktijdig voor een langdurige onbalans zorgt tussen de stressoren en de middelen op zowel professioneel als individueel vlak, wat zich kenmerkt door een degradatieproces waarvan de persoon niet kan herstellen.
Burn-out is dus een syndroom dat bestaat uit een geheel van symptomen of klinische tekenen.
• lichamelijk (bv. slaapproblemen, spierspanningen, hypertensie)
• emotioneel (bv. verdriet, angst, futloos)
• cognitief (bv. concentratieproblemen, vergeten)
• gedragsmatig (bv. isolement, agressiviteit)
• professioneel (bv. geen engagement, voornemen om het werk te verlaten).
De professionele uitputting zorgt voor een onbalans tussen de stressoren (of verplichtingen) en de middelen van een persoon.
Met andere woorden, de burn-out manifesteert zich wanneer de stressoren te belangrijk worden in vergelijking met de beschikbare middelen.
Deze stressoren en middelen zijn zowel afkomstig uit de professionele omgeving van een persoon (bv. overmatige werkdruk, verlies van betekenis, sociale druk van de collega’s), maar ook van zijn/haar eigen persoonlijke kenmerken (bv. emotionele kwetsbaarheid, moeilijke levensgebeurtenissen, sociale steun van naaste familieleden).
Opgelet : Omdat burn-out geen officiële diagnose is in de medische referentieclassificaties en er geen welbepaalde diagnostische tool bestaat, moet de identificatie van een burn-out gebeuren door uitsluiting van andere medische of psychologische diagnoses. Het komt er dus op neer dat men in het kader van een meer volledige evaluatie van het lichamelijke en somatische functioneren van de persoon moet nagaan of deze niet beantwoordt aan criteria van een andere aandoening die lijkt op burn-out zoals bijvoorbeeld stress, depressie of chronische vermoeidheid.